Vroeger kenmerkte het eten met carnaval zich door het opmaken van resten. Gerechten waren vet en machtig om zo een stevige bodem te leggen voor de ‘magere’ vastentijd.
Ingrediënten
16 sneden wit of bruin brood (overgebleven)
boter
600 ml melk
6 eieren
2 appels, in stukjes gesneden
8 eetlepels boerenjongens
4 eetlepels bruine basterdsuiker
Bereiding
Besmeer het brood met boter en leg in een ovenschaal. Strooi de stukjes appel en de boerenjongens erover en zorg ervoor dat al het brood besprenkeld wordt.
Klop de eieren met de melk, giet het mengsel over het brood en laat een half uur staan. Strooi de suiker erover en bak de pudding 45 minuten in een op 180°C voorverwarmde oven.