Dit is een aanpassing van een erg lekker Oosters hapje. Het zijn gebakken balletjes met wortel, gember, sesam en koriander. Een beetje zoet, een beetje zout, een beetje bite… heerlijk. Ook een erg lekkere en toch enigszins verantwoorde borrelhap voor kinderen.
Ingrediënten
2 à 3 winterpenen
stukje verse gember (4 cm.)
8 flinke eetlepels bloem
3 eieren
bosje koriander
4 eetlepels gember-nat
4 eetlepels sesamzaadjes
scheutje sesamolie
plantaardige olie (Olijf-, Arachide- of Zonnebloemolie)
beetje zout
Bereiden
Snijd de winterpenen in stukjes en kook ze ongeveer 20 minuten zacht in een bodempje water. Rasp of snijd ondertussen de gember fijn, snijd de koriander fijn en doe vast de eieren in een kom. Kluts even en laat staan.
Giet de wortelen af, laat ze afkoelen en stamp met de pureestamper fijn – of gewoon met de vork. Voeg toe in de kom en voeg dan ook de bloem, koriander, sesamzaadjes, zout en sesamolie toe. Goed roeren tot een lobbig mengsel. Als het nog te smeuïg is, nog wat bloem toevoegen.
Verhit een hapjes- of koekenpan met een laagje olie van ongeveer ½ cm. Maak met natte handen kleine balletjes en bak ze gaar in de olie – even keren halverwege. Laat uitlekken op keukenpapier. Je kunt ze prima van te voren maken, invriezen en in de oven opwarmen (zodra ze zijn ontdooid : 15 minuten, 150 graden)!
Recept:
Vanessa Koppen